Op de Heksendonk in Arendonk verzamelden de heksen zich om hun sabbat te vieren, met name op Walburgisnacht en tijdens de Paas- of Johannisnachten. Vooral Walburgisnacht gold als de hoogtepunten van het jaar. Een gefluit in de lucht, dat enkel door hen werd waargenomen, bracht de heksen in beweging. Snel haastten zij zich naar hun zalfpot, smeerden zich in en vlogen op hun bezem of bok door de lucht richting de Donk. Duizenden heksen verzamelden zich op die plek, waarbij ieder zijn eigen plaats innam. Een diepe stilte viel voorafgaand aan de komst van de heksenmeester. Eerst liet de duivel al zijn heksen op een rij zetten. Vervolgens knielden ze één voor één voor hem en kusten zijn voeten. De toverheks die hem het meest aansprak, werd tot zijn koningin benoemd. Om de beurt deelden ze hun kwade daden mee die ze sinds de laatste bijeenkomst hadden verricht. De mis werd belachelijk gemaakt, heilige hosties werden ontheiligd en Onze Lieve Vrouw werd belasterd. Gedekte tafels kwamen plotseling tevoorschijn uit de aarde, en terwijl de heksen hun maaltijd genoten, waren het de novicen die de aanwezigen met fakkels moesten verlichten. Deze fakkels werden aangestoken aan een vlam die brandde tussen de horens van de opperduivel. De heksen consumeerden padden, vlees van opgehangen misdadigers, verrot vlees dat van het kerkhof was opgegraven, en vlees van ongedoopte kinderen. Hun dorst werd gelest uit uitgeholde koehoeven. Echter, als een van de aanwezigen toevallig de namen Jezus, God of zelfs "zout" had genoemd, zouden alle duivels onmiddellijk zijn verdwenen en zouden ze beseft hebben welke afschuwelijke dingen ze aan het verorberen waren. Na het feest begon een vreemde melodie het bal. De muzikant, zittend op een verhoging, bespeelde een viool gemaakt van paardenhuid, terwijl zijn strijkstok vervaardigd was uit een kattestaart. Ook trommels en fluiten waren aanwezig. De dansende heksen maakten dolle sprongen. Het hoogtepunt van de sabbat werd bereikt met de verbranding van de grote Bok. Iedere heks nam wat as mee om daarmee verderf te zaaien. Bij het aanbreken van de ochtend vlogen de naakte heksen weer naar hun huizen.
