Mephistopheles is verbonden met de legende van Faust, een ambitieuze geleerde die zijn inspiratie vindt in de historische figuur Johann Georg Faust. In deze legende maakt Faust een pact met de duivel, waarbij hij zijn ziel op het spel zet en Mephistopheles fungeert als de vertegenwoordiger van de duivel. Het is ironisch dat Mephisto, ondanks zijn rol als belichaming van het kwaad, ook een onbewuste positieve invloed kan uitoefenen. Dit wordt voor het eerst gesuggereerd door zijn aanwezigheid naast God in de 'Proloog in de hemel', wat aanduidt dat het kwaad een geaccepteerd en inherent aspect is van Gods universele ordening. Hij wordt uitsluitend vermeld in de magische teksten die aan Faust zijn toegeschreven. Zijn oorsprong ligt voornamelijk in de literatuur. In Doctor Faustus (uitgegeven in 1604) van de Engelse dramaturg Christopher Marlowe krijgt Mephistopheles een tragische grandeur als een gevallen engel, verscheurd tussen satanische trots en duistere wanhoop. Ten tweede bestaat er geen Mephistopheles vóór de Faust-boeken. Hij is geen bijbels figuur en is niet voortgekomen uit oude religies uit het Midden-Oosten die mogelijk door het christendom (of een eerdere religie) zijn gedemoniseerd. Hij was geen god van een rivaliserende stam en wordt in de Bijbel niet genoemd, behalve mogelijk als Judas.