Een djinn (Arabisch: جن) is een onzichtbaar bovennatuurlijk wezen dat volgens bepaalde islamitische geleerden in staat is om mensen te bezitten en hen hun vrije wil te ontnemen. In de Koran worden djinn, samen met mensen en engelen, beschouwd als de drie levensvormen met bewustzijn die door Allah zijn geschapen. Buiten de Koran komt de djinn ook vaak voor in verhalen, waar het wordt afgebeeld als een magisch wezen dat wensen kan vervullen. In deze context wordt de term 'djinn' vaak vertaald als 'geest'. Volgens Arabische tradities, buiten de Koran om, zoals de verhalen uit 1001 nacht (bijvoorbeeld Aladin en de wonderlamp), biedt een djinn de mogelijkheid om wensen te vervullen. In bepaalde verhalen kan het wezen je echter bezitten wanneer je op zijn aanbod ingaat, wat leidt tot een demonische bezetenheid. In de Koran worden jinn ongeveer 29 keer genoemd, uitsluitend in de Mekkaanse soera's. De tekst veronderstelt dat het publiek al bekend is met dit onderwerp, zonder diepgaand op de djinn in te gaan. Djinn zijn bovennatuurlijke wezens met krachten die de mogelijkheden van mensen ver overstijgen. Terwijl sommige djinn vrij zijn om te leven en hun krachten naar eigen inzicht te gebruiken, zijn anderen gebonden aan objecten zoals lampen of boeken. Volgens de Arabische traditie beschikken Djinn over bovenmenselijke snelheid, kracht en onsterfelijkheid. Ze zijn in staat om de menselijke stem na te bootsen en kunnen zelfs mensen bezitten, vergelijkbaar met demonen. Daarnaast wordt beweerd dat Djinn kwetsbaar zijn voor zout, ijzer en zilver. Djinns zijn een soort bovennatuurlijke wezens die door God zijn geschapen voor de mensheid. Ze zijn naast de engelen ontstaan, maar verschillen wezenlijk van hen. Waar engelen zijn gemaakt van licht, zijn djinns gevormd uit rookloos vuur.