Asmodeus ((hij) אשמדאי, Ashmedai) is een demon die voorkomt in het deuterocanonieke Bijbelboek Tobit. De naam Asmodeus lijkt afgeleid te zijn van het Avestische Aëshma-daëva. In het boek Tobit is Asmodeus verliefd op Sara, de dochter van Raguel, en staat hij niet toe dat zij met een echtgenoot trouwt. (Tobit, vi.13) Hierdoor vermoordt hij zeven potentiële echtgenoten op hun huwelijksnacht. Wanneer Tobias op het punt staat om met haar te trouwen, bereidt Asmodeus hetzelfde lot voor, maar dankzij de wijze raad van de engel Rafael wordt Asmodeus overwonnen. Tobias weet de demon te verjagen door een vissenhart en -lever op gloeiende as te leggen, wat een rookontwikkeling veroorzaakt die Asmodeus naar Egypte verdrijft, waar Rafael met hem afrekent (viii2,3). Asmodeus behoort tot de Zeven Prinsen van de Hel en vertegenwoordigt Lust, een van de Zeven Hoofdzonden. Als de demon van de lust beïnvloedt hij de seksuele verlangens van mensen. Degenen die niet in staat zijn om zijn corruptieve invloed te weerstaan, zullen gedoemd zijn om een eeuwigheid in de tweede laag van de hel door te brengen. Asmodeus wordt ook gekarakteriseerd als kwaadaardig en is tegen de uitvoering van huwelijken, zoals beschreven in het Testament van Salomo, een syncretische tekst met Joodse invloeden. In al deze teksten wordt Asmodeus neergezet als een slechterik die zijn geweld tegen mensen aanwendt. Gezien de wijze waarop hij in de hedendaagse media wordt afgebeeld, zou deze voorstelling herkenbaar moeten zijn. Asmodeus heeft waarschijnlijk een groot aantal nakomelingen: hij heeft demonenkinderen in Edom, bekend als asmodei, en ook tovenaarsafstammelingen op aarde. In 2007 zijn de meeste van zijn heksenmeesterkinderen overleden. Een van de redenen hiervoor is dat hij, na vele jaren van leven, hun onsterfelijkheid had opgeëist en hun levensenergie gebruikte om zijn rijk te voeden.
