Ongeïdentificeerde vliegende objecten (UFO's) en ongeïdentificeerde luchtverschijnselen (UAP's) zijn de Engelse termen die in de Verenigde Staten worden gebruikt voor respectievelijk ongeïdentificeerde vliegende voorwerpen en ongeïdentificeerde verschijnselen in de lucht, waarvan de oorsprong op het moment van observatie niet bekend is. In 1949 introduceerde de Amerikaanse luchtmacht, binnen het kader van Project Grudge, de term "unidentified flying object" en ook "unidentified aerial object" om te verwijzen naar een specifieke categorie van waarnemingen die voortdurend onverklaarbaar bleven. Het bestuderen van UFO-waarnemingen wordt aangeduid als ufologie. Veel van de gerapporteerde UFO's blijken achteraf normale natuurverschijnselen of kunstmatige lichtbronnen, zoals lampen, te zijn.
Sinds het einde van de jaren veertig van de twintigste eeuw is de term ufo in gebruik, vooral na het Roswell-incident, dat in een officieel persbericht werd gekarakteriseerd als een waarneming van een weerballon. De term vliegende schotel kreeg populariteit na de beschrijving door de Amerikaanse piloot en ondernemer Kenneth Arnold, die op 24 juni 1947 tijdens een vlucht nabij Mount Rainier in de staat Washington vreemde objecten waarnam. Hij beschreef de bewegingen van negen vliegende objecten als "zoals een schotel die over water glijdt". Bill Bequette, een journalist van Associated Press, interpreteerde dit verkeerd en meldde in zijn artikel dat de negen objecten zelf schotelvormig waren. Dit interview leidde tot een mediastorm en al snel volgden er andere meldingen van schotelvormige ufo's.
In de geschiedenis zijn er herhaaldelijk ongewone verschijnselen in de atmosfeer waargenomen, die achteraf als ufo's geïnterpreteerd zouden kunnen worden. Vanaf de vroegste fase van de schriftelijke communicatie zijn dergelijke observaties gedocumenteerd en vaak toegeschreven aan een goddelijke of hemelse entiteit. Voorbeelden hiervan zijn het visioen van de profeet Ezechiël in de Hebreeuwse Bijbel, waarin hij beschrijft dat hij "iets [zag] dat glansde als wit goud" en "wezens, en bij elk van de vier zag ik een wiel op de grond staan, aan de voorkant. De wielen glansden alsof ze van turkoois waren en ze hadden allemaal dezelfde vorm: ze leken op een wiel dat zich in een ander wiel bevond" (Ezechiël 1:1-28). Daarnaast is er de Egyptische vermelding uit 1450 v.Chr. van "cirkels van vuur" tijdens het bewind van farao Thoetmosis III. Het werk Liber de Prodigis van Julius Obsequens, dat de wonderen in Rome beschrijft, wekte ook veel belangstelling vanwege zijn verwijzingen naar objecten die zich aan de hemel bewogen. Deze werden later geïnterpreteerd als meldingen van ongeïdentificeerde vliegende objecten (ufo's), maar kunnen ook worden gezien als meteoren. Bovendien schrijft Obsequens in de 4e eeuw, ongeveer 300 jaar na de beschreven gebeurtenissen, waardoor het moeilijk als een ooggetuigenverslag kan worden beschouwd. In 1255 zagen de Japanse generaal Yoritsume en zijn leger bollen van licht boven Kyoto dansen. In 1561 leken verschillende objecten een luchtgevecht boven Neurenberg te voeren. In de Verenigde Staten, met Oakland (Californië) als startpunt in november 1896, vond er tussen 1896 en 1897 een significante toename plaats in meldingen van sigaarvormige, verlichte 'luchtschepen' met vleugels. Dit leidde tot de benaming "The Great Airship Wave" voor deze periode. Gedurende de daaropvolgende vier maanden meldden getuigen van Texas tot North Dakota deze mysterieuze luchtschepen waargenomen te hebben. Sinds het einde van de 19e eeuw is er een verschuiving naar een materialistische benadering van deze fenomenen. De omstreden Zwitserse auteur Erich von Däniken heeft geprobeerd om historische mysterieuze verslagen te verklaren door te suggereren dat deze voortkwamen uit bezoeken van ruimteschepen van buitenaardse beschavingen, die zich manifesteerden als ufo's.
In de algemene discussie wordt de term ufo vaak gebruikt om te verwijzen naar voertuigen van buitenaardse oorsprong die de aarde zouden bezoeken. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs dat het bestaan van dergelijke ruimteschepen ondersteunt, ondanks de vele getuigenissen van individuen die beweren door de bemanning van een ufo te zijn ontvoerd. Figuren zoals George Adamski en Howard Menger hebben in de jaren vijftig bijgedragen aan de populariteit van het idee dat ufo's bemande voertuigen zijn.
Een alternatieve theorie suggereert dat onbekende vliegende objecten voortkomen uit geheime technologische innovaties van wereldmachten zoals de Verenigde Staten en de voormalige Sovjetunie. Deze twee landen zouden de kennis over het experimenteren met schijfvormige objecten, deltavliegtuigen en radiogestuurde bollen (Kugelblitz) hebben overgenomen van het Derde Rijk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en deze verder hebben ontwikkeld. In zijn boek "Hitler's Flying Saucers" biedt auteur Henry Stevens verschillende bronnen ter ondersteuning van deze opvatting. Daarnaast legt een recente documentaire van het History Channel mogelijke verbanden bloot tussen geheime technologieën van de Nazi's en de ufo-waarnemingen na de oorlog.
Sommige onderzoekers zijn van mening dat het fenomeen gerelateerd is aan een intelligentie uit een alternatieve realiteit die ons tijd-ruimte continuüm sporadisch binnendringt om onbekende redenen. De stringtheoreticus Michio Kaku speculeert over de mogelijkheid dat een buitenaardse beschaving, die bijvoorbeeld de volledige Melkweg zou beheersen, beschikt over een nog onbekende voortstuwingsmethode, zoals magnetische monopolen. De ongewone en stille bewegingen die worden gerapporteerd in verband met ufo's zouden volgens Kaku op deze manier verklaard kunnen worden. Daarnaast stelt Kaku voor dat zo'n beschaving in staat zou zijn om een robotgestuurd ruimteschip te zenden, wat doet denken aan het scenario in de film 2001: A Space Odyssey. Dankzij nanotechnologie zouden deze ruimteschepen niet groter hoeven te zijn dan een straaljager, en onze Maan zou een geschikte basis voor deze robotische voertuigen kunnen vormen.
Veel alledaagse optische fenomenen worden uit onwetendheid vaak aangezien voor UFO's. Meldingen komen vaak in golven voor, vaak als gevolg van een mediahype. Na onderzoek blijft echter een klein percentage van deze meldingen onverklaarbaar. Ufomeldingen zijn wereldwijd te vinden, zijn niet gebonden aan specifieke tijdstippen en omvatten zowel nachtelijke als daglichtwaarnemingen.
De zon, die door een laag Altostratus schijnt, bevindt zich tussen de stadia Altostratus Translucidus en Altostratus Opacus. Dit resulteert in een waarneming van de zon die geen verblinding veroorzaakt en soms kan worden gezien als een enigszins wazig, vreemdsoortig bolvormig object met een lichtblauwe tint. De maan, die door een nachtelijke Altostratus-laag schijnt, geeft eveneens een vreemde, wazige indruk. Er zijn ook waarnemingen van een groene en blauwe zon, evenals de planeten Venus, Jupiter, Saturnus en Mars. De ster Sirius en andere heldere sterren zijn zichtbaar, net als conjuncties van planeten en heldere sterren. Occultaties van heldere sterren of planeten door de maan zijn eveneens waarneembaar, evenals dubbele en meervoudige beelden van de zon en de maan. Fenomenen zoals bolbliksems en gewone bliksem, vuurwerk, meteoren, en delen van primaire en secundaire regenbogen zijn ook te zien. Daarnaast zijn er verschijnselen zoals de glorie, halo's rond de zon, bijzonnen en de circumzenitale boog. Lenticulariswolken en Fata Morgana kunnen ervoor zorgen dat de opkomende of ondergang van de zon, evenals ver verwijderde schepen, eilanden of landmassa's aan de horizon, boven de horizon verschijnen en tijdens deze omstandigheden een schotelvormige uitstraling hebben.
Iridiumflitsen zijn het resultaat van de weerkaatsing van zonlicht door Iridiumsatellieten. Deze flitsen kunnen ook optreden wanneer zonlicht weerkaatst wordt door zonnepanelen van objecten zoals het International Space Station, raketten of hun terugvallende trappen.
Miniatuur heteluchtballonnen. Volgens een statistische analyse van Rudolf Henke uit 1991 kon het merendeel van meer dan 300 meldingen van UFO's in Duitsland worden toegeschreven aan speelgoedballonnen, waaronder Thaise geluksballonnen. Weerballonnen, testvliegtuigen zoals de Lockheed Martin F-117 Nighthawk, en onbemande luchtvaartuigen werden ook waargenomen in de nabijheid van Area 51, evenals drones.
De weerkaatsing van zoeklichtstralen, skybeamers en lichtshows, zoals die van nachtclubs of vuurtorens, op de onderzijde van een wolkendek. Reflecties van skybeamers op de onderkanten van horizontaal zwevende hexagonale ijskristallen in cirruswolken. Fragmenten van de primaire regenboog in zoeklichtstralen en skybeamers. Verlichte lampions in de duisternis, waaronder Thaise lampions.
Bewuste misleidingen, gefotografeerde illusies van keukengerei, en dergelijke, evenals een vlieger die in de duisternis verlicht wordt door lampjes.
Ontsnappende oplichtende gassen uit de aardkorst of uit vennen en poelen, zoals moerasgas, zijn zichtbaar.
In 1974 ontving men gedurende enkele weken een reeks meldingen van een aanzienlijk aantal bewoners uit Gorredijk en de omliggende gebieden. Deze inwoners stelden te zijn getuige geweest van diverse 'ongewone lichten' en onverklaarbare vliegende objecten. Op 3 februari 1979 trok een melding uit Soesterberg de aandacht. Op de daar gevestigde vliegbasis beweerden minstens 12 militairen een grote zwarte driehoek te hebben waargenomen, die aan de voor- en achterkant verlicht was in twee verschillende kleuren. Vervolgens verdween het object met een zeer hoge snelheid.
In bepaalde regio's kunnen waarnemingen gedurende specifieke periodes frequenter optreden dan gebruikelijk. Een voorbeeld hiervan is Ohio, dat in de jaren 1966 en 1967 het centrum was van talrijke verschijningen in de Verenigde Staten. Wereldwijd zijn er gebieden te identificeren waar in bepaalde jaren een toename van waarnemingen heeft plaatsgevonden.
De zogenaamde Belgische ufogolf, die zich uitstrekte van oktober/november 1989 tot juni 1991, kreeg veel aandacht van de media. Honderden getuigen, waaronder 19 politieagenten, meldden geluidloos vliegende zwarte of donkergrijze 'driehoeken' die op elk hoekpunt en in het midden voorzien waren van een 'markeringslicht'. Deze objecten vlogen vaak op opvallend lage hoogte door verschillende Belgische regio's. De Belgische luchtmacht, onder leiding van kolonel Wilfried de Brouwer, zette F-16 gevechtsvliegtuigen in om deze ufo's te onderscheppen, maar zonder succes. In 1990 publiceerde de Belgische luchtmacht een officiële verklaring waarin werd aangegeven dat men geen idee had van de aard van deze verschijnselen. Op 26 juli 2011 onthulde een man genaamd 'Patrick' uit Verviers tijdens een uitzending op de Waalse zender RTL-TV1 dat de beroemde ufo-foto, genomen op 4 april 1990 te Petit-Rechain, in feite een door hem vervaardigd model van piepschuim en lampen was.
De meest frequent gerapporteerde vorm is de "vliegende schotel", een schijfvormig object dat volgens getuigenissen door de lucht zweeft. Daarnaast worden er ook andere vormen gerapporteerd, zoals driehoeken, vierkanten, bollen, trapezia en ruiten. Sinds het einde van de jaren 80 van de twintigste eeuw zijn er regelmatig meldingen van enorme, zwarte of donkergrijze driehoeken (black triangles) die stil en op lage snelheid over de grond bewegen (bijvoorbeeld in België tussen 1989 en 1991, zie hierboven). Vaak zijn er lichten zichtbaar op de drie hoeken, die al dan niet gelijktijdig knipperen. Deze verschijnselen vertonen gelijkenissen met de contouren van Amerikaanse stealthvliegtuigen. In landen zoals Mexico, Brazilië, Chili en Argentinië is er de laatste jaren sprake van een onregelmatige golf van UFO-waarnemingen. Dit betreft voornamelijk formaties van lichtbollen die geruisloos door de lucht bewegen. In Californië zijn er sinds 2007 verschillende waarnemingen gedaan van zeer lichtgewicht vliegende objecten, bestaande uit een slank cirkelvormig frame met daarop verschillende uitsteeksels die op antennes lijken.
Er bestaat een verband tussen het tijdstip waarop een ufo wordt waargenomen en de visuele eigenschappen die worden beschreven. Over het algemeen verschijnt een ufo overdag vaak als een felwitte lichtbron of een glanzende schijf, die gedurende langere tijd op dezelfde plek blijft hangen om vervolgens abrupt te verdwijnen, alsof er een schakelaar wordt omgezet. Tijdens de nacht zijn ufo's vaker versierd met diverse gekleurde lichten die in een specifiek patroon kunnen knipperen. Getuigen rapporteren dat ufo's zich geruisloos of met een zacht zoemgeluid door de lucht verplaatsen en vanuit een stilstaande positie schijnbaar met enorme snelheid kunnen versnellen, alsook 'onmogelijk snelle' koerswijzigingen kunnen maken die in strijd lijken te zijn met de principes van traagheid en massa. Er zijn vreemde vluchtpatronen waargenomen, zoals meanderen, 'fladderen', oscilleren, bewegingen die doen denken aan een 'vallend blad', en 'jojoën', waarbij er heen en weer wordt bewogen tussen twee punten.
Sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw zijn graancirkels wereldwijd verschenen. Veel van deze geometrische vormen in velden kunnen worden beschouwd als een vorm van bedrog, aangezien ze duidelijk door mensen zijn vervaardigd. Sommige ooggetuigen beweren echter dat zij in de nabijheid van deze cirkels, tijdens de vermoedelijke creatietijd, ufo's in de vorm van lichtgevende bollen hebben waargenomen. Hoewel er theorieën bestaan die een verband tussen deze twee fenomenen (graancirkels en ufo's) proberen te leggen, blijft deze relatie speculatief en niet bewezen. Het is echter zo dat bepaalde graancirkels met zeer complexe ontwerpen moeilijk in één nacht kunnen worden gerealiseerd. Tijdens een stunt georganiseerd door Mitsubishi werd een groep ervaren graancirkelmakers uitgenodigd om een afbeelding van een auto in een veld te creëren. Ondanks dat zij overdag werkten, kostte het hen 14 uur om het project te voltooien. Bovendien waren er, in tegenstelling tot de graancirkels die aan ufo's worden toegeschreven, duidelijke sporen van activiteit (zoals voetstappen en gaten van paaltjes) rondom de gemaakte afbeelding achtergelaten.
Dierverminking is eveneens een fenomeen dat vaak in verband wordt gebracht met ufo's. Regelmatig worden er onverklaarbare lichten waargenomen in de nabijheid van locaties waar later dode dieren worden aangetroffen. Dit betreft doorgaans ernstig verminkte runderen, schapen, geiten of varkens, waarbij huid, ogen, tong en geslachtsdelen met chirurgische precisie [bron?] geheel of gedeeltelijk zijn verwijderd en al het bloed is verdwenen.[bron?] Ondanks grondig onderzoek door experts,[bron?] is er tot op heden geen definitief antwoord gevonden op de vragen omtrent het hoe en waarom van dierverminking in relatie tot ufo's.
