Een bijna-doodervaring (BDE) verwijst naar een toestand van veranderde bewustzijnservaring die optreedt bij een individu dat klinisch dood is verklaard.
Bijna-doodervaringen worden soms gerapporteerd na een ongeval, reanimatie na een hartstilstand of andere levensbedreigende omstandigheden. Een BDE wordt soms gekarakteriseerd als een positieve ervaring: esthetisch, vreugdevol en gelukkig makend. Personen die een BDE hebben meegemaakt, rapporteren vaak visuele waarnemingen van aangename omgevingen of het weerzien van dierbaren. Daarnaast wordt er gesproken over een gevoel van warmte, acceptatie en het gevoel van thuiskomen - het bereiken van een bestemming. Tegelijkertijd zijn er ook meldingen van negatieve ervaringen, waarbij situaties worden beschreven die als onaangenaam worden ervaren en gevoelens van angst of schrik oproepen.
Diverse wetenschappers beschouwen de BDE als een fenomeen dat gerelateerd is aan de werking van de hersenen, terwijl andere onderzoekers, zoals cardioloog Pim van Lommel, de hypothese onderzoeken dat het bewustzijn mogelijk onafhankelijk van de hersenen kan functioneren. Sinds de publicatie van "Life after Life" zijn er veel artikelen en boeken verschenen over de BDE, die een algemeen overzicht bieden van zowel de eerder genoemde gemeenschappelijke als de meer specifieke kenmerken van dit fenomeen. De subjectieve ervaringen gerelateerd aan de BDE worden niet betwist. Het lijkt erop dat BDE bestaat uit een reeks verschijnselen die niet uitsluitend voorkomen bij mensen die in de nabijheid van de dood verkeren. Deze verschijnselen zijn vermoedelijk te wijten aan de unieke staat van de hersenen tijdens perioden van verminderd bewustzijn. Tot op heden ontbreekt een wetenschappelijk model dat in staat is om alle fenomenen die in verschillende studies over BDE zijn gerapporteerd, volledig te verklaren. Hoewel bij een hartstilstand soms een bijna-doodervaring (BDE) wordt gerapporteerd, blijft de hersenactiviteit gedurende enkele seconden na het stoppen van het hart nog aanwezig. Onderzoek met elektro-encefalografie (EEG) toont aan dat de hersenen minder dan dertig seconden na een hartstilstand actief blijven. Sommige ervaringen die geassocieerd worden met een BDE kunnen mogelijk voortkomen uit deze nog actieve hersenen. De term BDE is dan niet volledig accuraat, aangezien de sensaties het resultaat zijn van veranderingen in de hersentoestand en niet noodzakelijkerwijs een indicatie van een naderende dood. Het feit dat een BDE niet altijd samenhangt met een bijna-dood-toestand blijkt uit medische dossiers van bijna de helft van de mensen die een BDE hebben ervaren. Desondanks rapporteerden zij gevoelens zoals het gevoel uit het lichaam te treden en het herbeleven van het verleden. Neuroloog Kevin Nelson stelt dat de genoemde verschijnselen voortkomen uit een verlies van oriëntatie van het bewustzijn. Dit fenomeen vertoont overeenkomsten met symptomen die zich kunnen voordoen tijdens de REM-slaap of in situaties zoals epilepsie. Tijdens dromen wordt het lichamelijke gevoel vaak uitgeschakeld, wat kan leiden tot visuele ervaringen en gevoelens van euforie. Deze verschijnselen van bewustzijn zouden het gevolg kunnen zijn van een activatie van een hersenstamgebied dat de cortex aanstuurt, waardoor de hersenen overschakelen naar een staat van droombewustzijn. Het eindpunt van deze activiteit bevindt zich in het hersengebied dat zich aan de grens van de temporale en pariëtale kwab bevindt, met name de gyrus angularis. Dit specifieke gebied lijkt cruciaal te zijn bij aandoeningen waarbij individuen hun oriëntatie ten opzichte van hun eigen lichaam verliezen, wat onder andere is aangetoond door elektrische stimulatie van dit gebied bij patiënten of na neurochirurgische ingrepen.